Bodemdaling Sneekermeer West. Resultaten veldonderzoek


Auteur(s)

M. Zwaanswijk; J. de Wit

Jaartal publicatie
2019


Organisatie

Sweco


Doel

In 2019 verrichtte Sweco een bureaustudie naar de bodemdaling in Sneekermeer West. Daaruit bleek dat beschikbare informatie over de bodemopbouw in het gebied verouderd is. Ook is de informatie over bodemeigenschappen en grondwaterstanden beperkt. Provincie Fryslân heeft Sweco daarom gevraagd deze informatie aan te vullen door middel van veldonderzoek in het gebied Sneekermeer West.


Trefwoorden

Sneekermeer west; Sweco; bodemdaling; veldonderzoek


Samenvatting

  • Uit de waarnemingen in het veld bleek dat de laagste grondwaterstanden (GLG) doorgaans boven de meest kwetsbare (niet veraarde of zwak veraarde) veenlagen blijven. Dit is zelfs het geval na een lange droogteperiode.
  • Uit de waarnemingen in het veld bleek dat het veen bóven de grondwaterstand doorgaans tot aan de kleilaag vochtig blijft. Het veen is er in meer of mindere mate veraard.
  • Er zijn vergelijkingen uitgevoerd van maaiveldhoogtes en diktes van veenlagen en veen-plus-kleilagen. Daaruit is afgeleid dat de bodemdaling in de afgelopen 50 jaar beperkt van omvang is (circa 20 à 40 centimeter). De bodemdaling is veroorzaakt door een combinatie van verschillende processen.
  • Circa 10 tot 20 cm van de bodemdaling over de laatste 50 jaar lijkt te komen door veenoxidatie (ruwweg 2 tot 4 mm/jaar).
  • De klei- en veenlagen in het gebied zijn matig tot slecht doorlatend. Daarom verwacht Sweco dat peilverhogingen maar beperkt effect zullen hebben op de grondwaterstand in de zomer.

Op basis van bovenstaande resultaten verwacht Sweco dat hogere waterpeilen een beperkt effect zullen hebben op het afremmen van de bodemdaling door veenoxidatie: minder dan 1 mm/jaar.


Link(s)

Rapport 'Bodemdaling Sneekermeer West. Resultaten veldonderzoek' >