Meten is weten bij HAKLAM (grondwatergestuurd peilbeheer) 

19/04/2023

Vergeleken met 2022 beleeft Nederland dit jaar een relatief nat voorjaar. Waar vorig jaar op 1 maart de slootwaterpeilen al omhoog moesten door een aanhoudend neerslagtekort, was dat dit jaar nog niet aan de orde.

“De grondwaterpeilen zijn in de eerste maanden van 2023 amper gezakt, maar zo’n 10 centimeter. En van verdamping is in deze tijd van het jaar ook nauwelijks sprake. Als je kijkt naar de afgelopen vier jaar, is het nu uitzonderlijk nat”, vertelt projectleider Niek Bosma van Wetterskip Fryslân.  


Illustratie: HAKLAM in de praktijk (HAKLAM: Hoger peil Als het Kan, Lager Als het Moet)
In de zomer daalt het grondwaterpeil en wordt het slootpeil omhoog gebracht om CO2-emissie te minimaliseren (links). Als het nat wordt, stijgt de grondwaterstand en moet het slootpeil naar beneden worden gebracht (rechts).


Uitdroging van veen voorkomen
Vorig jaar waren rond begin april de peilen in heel Fryslân gemiddeld 15 tot 20 cm lager: nu 10 tot 15 cm onder maaiveld, toen 25 tot 30 cm onder maaiveld. “Vorig jaar hadden we de slootpeilen binnen de HAKLAM pilots overal al op het hoogste peil gezet, 20 tot 40 cm hoger dan volgens het peilbesluit” Door de natte omstandigheden is verhoging van de peilen tot nu toe uitgebleven. Maar er is het Wetterskip veel aan gelegen om er wel op tijd mee te beginnen. “Veel boeren moeten de gier nog uitrijden, daarom kunnen we de peilen nog niet of nog maar weinig opzetten. Ben je aan de andere kant te laat met het verhogen van het peil, dan droogt het veen teveel uit en wordt het waterafstotend. Dat noemen we hydrofoob. En dan krijg je het water van de sloot niet meer in het veen.” Het gaat bij flexibel peilbeheer dus om een goede timing.

Grondwater meten om slootpeil te sturen
Peilbeheer gebeurde vroeger vooral op basis van kennis en ervaring. Sinds enkele jaren wordt met behulp van peilbuizen daadwerkelijk in de grond gekeken wat zich daar afspeelt. Via een netwerk van zo’n 100 meetpunten in Aldeboarn-De Deelen, Idzegea, Brekkenpolder en de Groote Veenpolder wordt de grondwaterstand in die gebieden gemonitord. “Veertig jaar geleden waren er geen peilbuizen die via satelliet gegevens aanleverden. Door de moderne communicatiemiddelen kunnen we nu data verzamelen die we vroeger niet hadden.” Naast de technologie blijven agrariërs een belangrijke bron van informatie. “Wij baseren ons op grafieken, maar boeren lopen ook het land in”, zegt Bosma.

Elk gebied heeft een eigen app-groep, waarin medewerkers van het Wetterskip, rayonbeheerders en boeren de meetgegevens bespreken en informatie uitwisselen. Daardoor ontstaat een compleet beeld van de situatie en kan er peilbeheer op maat plaatsvinden. Het principe ‘Hoog als het kan, lager als het moet’ (HAKLAM) is daarbij leidend (zie de illustratie bovenaan deze pagina).


Een voorbeeld uit de praktijk
Niek Bosma licht zijn ervaring met de metingen van het grondwaterpeil nog eens toe aan de hand van een praktijkvoorbeeld.  

"In onderstaande figuur zijn de grondwatermetingen van vier percelen nabij Aldeboarn aangegeven. Te zien is dat de grondwaterstanden begin maart al 15 cm waren gedaald. Op dat moment wilden we de slootpeilen al omhoog brengen. Toen kwam er een aantal natte dagen, waarbij het grondwater bijna tot het maaiveld steeg. Daarop is in samenspraak met de boeren besloten de slootpeilen nog niet omhoog te brengen."

"Onze conclusie is dat het samen met de boeren sturen van de slootpeilen op basis van de grondwaterstand prima werkt. Grondwatergestuurd peilbeheer en HAKLAM lijkt een prima manier van werken."

Grafiek met grondwatermetingen van 4 percelen nabij Aldeboarn