Vergroten biodiversiteit in maïs op veen met de kievit als gidssoort


Auteur(s)
I. van der Zee; R. van Dam; W. Bruinsma

Jaartal publicatie
2023


Organisatie

LTO Noord; Bond Friese VogelWachten (BFVW)


Doel

Onderzoek naar de biodiversiteit in de maisteelt op veen, waarbij de kievit als gidssoort wordt gebruikt. (Als de kievit het er goed doet, is het leefgebied ook gunstig voor andere weidevogels). 


Trefwoorden

Maisteelt; veen; biodiversiteit; kievit; weidevogels; vogelwacht; kuikens; predatoren; plasdras; kruidenrijke randen


Samenvatting
Het verbeteren van de biodiversiteit in veenweidegebied is een van de aandachtspunten in het Veenweideprogramma 2021-2030. Dit is ook het geval binnen de programmalijn Bodem en Grondgebruik. In een driejarig project is gekeken waar de beste kansen op mais liggen om de weidevogelstand te verbeteren. Daarbij is gekozen voor de kievit als gidssoort bij maisteelt op veenweide.

Kuikens in de val
Reguliere maisteelt kent de zogenaamde ‘ecologische val’ voor kievit kuikens. Kieviten broeden graag op maisland omdat dat land in het vroege voorjaar lijkt op hun oorspronkelijke biotoop: steppeland. Wanneer de kuikens uit het ei komen, worden ze niet gevoerd door de kievit-ouders. Ze moeten zelf direct op zoek gaan naar voedsel. Maar in maisland is er geen voedselaanbod voor de kuikens. Kievit-kuikens zijn zichtjagers en eten daarom vooral bovengrondse insecten die vliegen of kruipen. Opgroeiend mais gaat in snel tempo de hoogte in, waardoor dit land niet meer lijkt op het open steppeland van eerder. Op zoek naar voedsel lopen de kuikens hele einden, waarbij ze sloten moeten oversteken. Ze kunnen goed zwemmen, maar slootkanten zijn vaak te steil. De kuikens verdrinken, tenzij het slootpeil hoog genoeg is om op de wal te komen, of het talud flauw genoeg is om te beklimmen. In veenweidegebied zijn de slootkanten vaak wel ‘flauwer’ dan elders, maar voedsel voor de kuikens ontbreekt, waardoor ze alsnog verhongeren. Plasdras-gebieden en kruidenrijke randen trekken insecten aan, waardoor kuikens in die omstandigheden wel voedsel kunnen vinden en kunnen opgroeien.

Doel van de pilot
Samen met LTO Noord werkte de Bond Friese VogelWachten (BFVW) een plan uit voor een pilot van 3 jaar (2020-2022). Hoofddoel van de pilot was het ombuigen van de hierboven beschreven ‘ecologische val’ naar een geschikter leefgebied, waarin de kievit haar jongen kan laten opgroeien tot de vliegvlugge levensfase.

De onderzoeksvragen waren:

  • Is het mogelijk overlevingskansen van kievitjongen op mais op veen te vergroten?
  • Zijn de gekozen maatregelen (strokenfrezen, kruidenrijke rand, verhoogd slootpeil en begeleiding van de loonwerkers bij veldwerk door vrijwilligers van de BFVW) geschikt om de biodiversiteit van mais op veen te vergroten en daarmee de overlevingskans van de kievitjongen?


Resultaten
Vijf melkveehouders verspreid over het Friese veenweidegebied namen deel aan de pilot, samen met hun vier loonbedrijven. Ook werden er vrijwillige vogelwachten ingezet bij het veldwerk van loonbedrijven, en bij de monitoring in het veld.

Er werden verschillende maatregelen toegepast:  

  • Kruidenrijke randen rondom het maisperceel. De kruidenrijke randen maakten een belangrijk verschil voor wel of geen voedselaanbod voor de kuikens.
  • De minimale grondbewerking met de strokenfrees verbeterde het vochtgehalte van de bodem, wat positief was voor insecten. Door het strokenfrezen bleven er ook gewasresten achter op het land. Hierdoor vonden nestelende vogels en uitgekomen kuikens meer mogelijkheden om te schuilen.   
  • Zo mogelijk en indien nodig: verhoogd slootpeil, flauwe taludranden.


In de drie projectjaren waren er grote verschillen in het aantal legsels en broedresultaten, ook tussen de proefpercelen onderling. Van grote invloed daarbij was het weer, dat sterk varieerde, net als de predatiedruk (het voorkomen van roofdieren).  

Conclusie
Bij bepaalde omstandigheden hebben de ingezette maatregelen een positieve invloed op het broedresultaat en de fase daarna voor kievit kuikens. De ‘ecologische val’ voor de kievit bij maisteelt kan hierdoor worden omgebogen. Het broeden van de kievit op maisland kan zo leiden tot grotere aantallen vliegvlugge kuikens. En daarmee verbetert de stand van de weidevogels in Fryslân.
Het broedresultaat wordt echter ook sterk bepaald door andere factoren: predatiedruk en het weer.



Link(s)

Rapport 'Vergroten biodiversiteit in maïs op veen met de kievit als gidssoort' >